zaterdag 30 november 2013

Dichters van nu



foto Janne ©                    "  Merlin's cave  " ,Tintagel





Ze dragen geen witte jurken meer, dansen niet in maart

rond kale eikenbomen, kennen geen heilig ontzag

spelen niet met sterren zoals Merlijn



ze hebben geen gouden pennen,


schrijven roestige woorden over tuinen van heden


besmeuren lakens met bloed in plaats van vogellijm



en in hun overmoed vergeten ze te rijmen


grijpen naast de toverkracht 


ze willen alles van op afstand verklaren

ze zullen nooit buigen voor een zwaard 


de maan bezingen


of hun handen vouwen




Janne ©

Kindertijd



Soms kraakt de trap
en je herinnert je de schaduw op de deur
in het huis uit je kindertijd
hoe je hem in de gaten hield
terwijl je niet kon slapen

je was nog wakker
als de kamer naast je op slot ging
en met je ouders van de aardbol verdween
dan was je alleen

in het grote bed
waarin je grootmoeder vergat te ademen
daar moest je vooral aan denken
en dat je de vriezeman wilde zien
als hij bloemen op je raam schilderde 

Janne ©

vrijdag 29 november 2013

Hartenkoning


Vanmorgen, toen ik in een oude fotodoos van mijn moeder keek, vond ik mooie blauwe speelkaarten. Drie boeren, een joker en een hartenkoning, verloren uit een spel. Ik weet niet hoe ze hier terechtkwamen. Heeft iemand ooit hun verdwijning opgemerkt ?
 
Wat gebeurde er met de andere kaarten ? Heeft iemand ze weggegooid ? Werden ze vijftig jaar geleden al begraven of verbrand ? Was de hartenkoningin erbij of zwerft die nog ergens rond ? Misschien ligt ze vergeten in een kast, in de portefeuille van een man die allang dood is. Verlangt ze nog altijd hartstochtelijk naar haar koning. Zou het niet fantastisch zijn om hen te herenigen ?
 
Op dit punt zijn de boeren niet meer belangrijk en ik besluit ze weg te gooien, twijfel nog over de joker. Wie vervangt hij hier in deze doos ? Neen, niet de koningin, dat zou helemaal te gek zijn. Maar nu ik eraan denk dat hij wellicht een vijand is van de koning moet hij verdwijnen.Ik mag er niet bij stilstaan hoe er hier gevochten werd. Het is gewoon harteloos om vijf mannen op te sluiten in een doos en dan nog voor minstens 50 jaar lang.
 
Nu we alleen zijn buig ik voor de koning en ik zeg : " De weg is vrij nu, Sire, ga haar maar zoeken"
 
Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan maar ik weet heel zeker dat ik nog ergens een paard heb, in een oude speelgoeddoos. En ik zou de laatste roos uit de tuin kunnen afknippen...


Janne
 

donderdag 28 november 2013

Zonder handen

Soms wil ik zonder handen

jouw ziel en zijn omvatten, dragen

en zonder ogen kijken,

tasten, vragen


Mijn innerlijk als kussen schudden

waar jij je neer kunt leggen

In je opgaan zonder lichaam aan


Soms wil ik zonder woorden 

dat soort van liefde omschrijven


Als tederheid

bij je blijven.



Janne


woensdag 27 november 2013

Vladslo




Ik zag deze plek nooit eerder als een kind
volg de vlinders, ruik het mos
er vliegen vogels aan vanuit het bos
de eik bedekt met bladeren
wat net nog zichtbaar was

de zon schijnt vlekken op het gras
het ruisen in de kruinen van de bomen
klinkt als regen, het lijkt allang geleden
dat ik woorden woog of zweeg voor vrede
het is vandaag zo simpel om te leven.


Janne ©

dinsdag 26 november 2013

Laatste ontwikkeling



Het was een schaap, een kuddeschaap

dat blaatte naar de ondergang,

naar de kleur van de hemel

de richting van de wind

de wolven in de verte


dat geen god of goede herder

een maag alleen met stenen vult

en in de buurt geen bron voorziet

om water bij te halen


en dat Chimère een mooie naam zou zijn

voor een vrouw of plaats

een dag van gisteren

een kind met kraaienkrans


Janne


Weet je ?

Weet je,


Ik wil je iets vertellen vandaag
maar de woorden weigeren
zich met inkt te mengen, 
laten zich niet vangen in klanken of clichés

ze streven niet naar eeuwigheid
hullen mij in zwijgen
doen jou aan.


Janne ©

maandag 25 november 2013

1977/2013

Alles was mogelijk in '79, je moest niet zoveel nadenken, je had niet zoveel geld nodig. Je was zestien en je pakte een rugzak, stapte op de nachttrein en je zag wel. Er waren vreemdelingen , een Griek met een gitaar die speelde en zong. Een koppeltje uit Frankrijk en een blonde Duitser waarvan ik de naam ook vergeten ben. De conducteur struikelde lachend over de bagage in de gang en bleef zitten. Er ging een fles wijn rond. Sommigen vielen in slaap. Ik speelde kaart met drie Limburgers en elk om beurt hielden we het schuifraam vast dat zomaar vanzelf de hele tijd naar beneden zakte en de sigarettenrook verdreef maar buiten was het koud. Dat ik me dat raam nog herinner betekent dat het een echte tegenvaller was, maar niemand die daarvoor een klacht zou indienen bij de spoorwegen. We konden nog veel verdragen toen. De volgende middag stapte je van de trein, ademde de berglucht in en het was heerlijk om vrij te zijn. Je zou wel een plek vinden om te slapen, in een bos of een weide of zomaar bij brave, gastvrije mensen die je tegenkwam. Mensen zorgden voor elkaar. Je stuurde een kaartje naar huis waar ze een week later zouden zien waar je geweest was. En nog een week later stapte je de trein weer op, controleerde of het raam wel dichtbleef en beleefde nog zo'n nacht als die eerste. Je had alle musea gezien, afgewassen in een restaurant, geslapen op de rotsen en edelweiss geplukt voor je moeder. Je had kerken bezocht en achterbuurten waar je thuis nooit over zou vertellen. Je hield er 34 jaar later nog de mooiste herinneringen aan over...


Gisteren nam mijn dochter van eenentwintig de trein naar de luchthaven, ze stapte op het vliegtuig en na een veilige landing werd ze met de taxi naar haar hotel gebracht. Het is halfacht ginder, misschien is ze al wakker.

Janne

zondag 24 november 2013

30 jaar later

Soms rijd je nog voorbij in je zilvergrijze trots

verberg ik me weer achter het muurtje

ik ga allang niet meer naar de kerk pa,

ik rook nog steeds, ik heb van je dromen een puinhoop gemaakt


Soms hoor ik 's nachts de poort dichtgaan

jouw voetstap op de gang, de klok die slaat

ik ruik nog altijd jouw aftershave pa,

op de gekste momenten


Ik weet nog die dag, mijn zwarte schoenen

stapten traag over kasseien, ik volgde je voor het eerst

en achter mij een grijze stoet van mensen

het was prachtig weer en kermis in de stad.


Janne

In de marge

Dat letters zich afzonderen
wegtrekken uit woorden 
die ik zou willen schrijven

en ik bij het ontwaken 
mijn dromen verlies
zeker weet dat ze er waren

zoals mijn hoofd sinds kort
ook los staat van mijn lichaam
verkeerd werd neergelegd

of gestolen
en ik dat niet mag zeggen
omdat ik het niet zag

Janne©

donderdag 21 november 2013

Waar ik van hou



Waar ik van hou



Ik hou nog altijd van trapleuningen waar je af kunt glijden
als niemand het ziet en van het zoeken naar nesten
van muizen of vogels op zolders en in schuurtjes

ik hou van verborgen hoekjes in de tuin
met fruit om zomaar te plukken 
en van kikkers, padden en salamanders bij de beek

en van daar languit met mijn armen onder mijn hoofd
op mijn rug in het gras te liggen en naast jou
betrapt te worden door mijn vader

en naar huis gestuurd, zonder eten naar bed
door het raam van mijn kamer te ontsnappen
toen ik zestien was.


Janne ©

woensdag 20 november 2013

Keerpunt




Eigenlijk is er niets meer te vertellen
dan wat dagelijkse dingen
de koffie is klaar en de mist
trekt beslist nog voor de middag op
er is nog wat te doen, we zien wel
ik maak me niet meer druk om tijd

wie uit het beeld verdwijnt
raakt alles kwijt, men haalt het
huis leeg van een man waar ik naar opkijk
ik wil niet weten waar hij is
maar als ik wat van zijn kennis kon krijgen
als ik wist waar, of ze opgeslagen is
en hoe ik erbij kom

dat er lawaai genoeg is
dat ons af kan leiden
van de werkelijke staat
van alles wat verborgen is
de kanten van de waarheid
een keerpunt in de tijd

Janne©





Gelaten



De afgelopen vijfenveertig jaar
wist ik nooit zeker in welk land
ik wilde leven, in welke stad of straat
in welk huis en met wie

het werd me duidelijk dat vooral dat laatste
bepalender is dan het weer

op vakantiedagen
heb ik genoeg aan een plek in de schaduw
met hoogstens de aanwezigheid
van iemand om met ogen dicht naast te zitten
en weinig woorden te wisselen

ach, ik wil best naar de wolken kijken
en daar dingen zien, een fles water uit de koelkast halen
of iets anders weinig opwindend

me realiseren dat één van ons
het eerst zal sterven bijvoorbeeld
niet weten waar, hoe of wie
erbij zal zijn

daarin berusten.

Janne ©







dinsdag 19 november 2013

Op het spoor

Hij was verdwaald
sprak niet langer  taal van mensen
en niemand weet of hij misschien
nog even heen en weer
of rond zijn as draalde

toen de trein te vroeg
en hij zichzelf op het spoor

verloor.

Janne

Le suivant



Hij wil  soep van gisteravond
en trommelt onrustig op de tafel
'Le suivant !'  roept hij,
kijkt me onderzoekend aan
en gaat verder op zijn zachtste toon
'Mademoiselle, ik wil thuis zijn voor het regent'

Zij is net wakker geworden
kleedt zich uit
in de woonkamer
en nodigt me uit
pour le diner met de andere gasten

''Mademoiselle, je crois que j'ai perdu ma montre'
klaagt het oude meisje naast me
en ze wil met mij
naar de vernissage in een galerij van ooit

er wordt heel wat afgereisd
hier in dit huis.

 Janne ©


Niet kwalijk

Er wordt geleefd hier in dit huis
alles loopt op wieltjes
bewoners rollen
dag in en uit
terwijl je welkom bent
om te lachen of te huilen

Een man vraagt mij iets te noteren
over zijn aanwezigheid
ik schrijf  : " Jerome is hier "
't Is maar dat de anderen het weten
en zelf was hij het ook vergeten

Er is een dame die beweert
dat ze met mijn auto reed
tot het einde van de straat en weer terug
vanmorgen vroeg terwijl haar overleden man nog sliep
en zij al ramen stond te zemen
ik mag het haar niet kwalijk nemen

dan klinkt er achter mij een diepe zucht
een vrouw die wenkt en lacht en vraagt haar uit te kleden
ik zeg dat het nog geen tijd is en dat ze nog moet eten
"Ach meiske" smoest ze, " draai dan even
die stomme klok naar half zeven "

Janne©


Er zijn nachten


Er zijn nachten dat ik mijn bed niet vind,
verdwaald wakker ben en me herinner
dat ik me voornam hier te blijven

het gebeurt dat ik nergens aan denk
of twijfel aan het bestaan van tijd
ik vind alsmaar minder woorden
voor wat ik om me heen zie
houd mijn ogen steeds vaker dicht

soms laat ik de wind binnen
maar dat is enkel als hij op de deuren beukt
of dwars door me heen kan gaan met regengeur
of met lavendel en jasmijn

ik zou de stilte willen zijn.

Janne




maandag 18 november 2013

Waar ben je ?

Waar ben jij waar is de tijd
dat wij de deuren sloten jij vertelde
ik de woorden van je lippen zoog
en wijn die zoet was en jouw lichaam
mij tegen alles in bewoog

als gisteren heb ik je lief
en tast de koude bedkant af
hoor de muren spreken
jouw naam altijd jouw naam
en zoveel gekke streken

Janne

Onthulling


Ik heb de wolken aanbeden
de wind aangeroepen
en de zon gevraagd niet meer te schijnen

ik heb een complot met de vogels gesmeed
met de vlinders
en met het water van de zee

ik wil één zijn met de aarde
die niet meer over zich laat lopen
mijn ziel verkopen
voor mijn hart het begeeft
een einde maken aan de schijn die leeft

Janne

zondag 17 november 2013

Tristesse

Je houdt er niet van
stormen te trotseren
als een zwaluw

je speelt je rol
zegt je lijnen
en dwarrelt

als een blad in de wind
in een sombere hoek

Janne ©

Zij beeft ( voor Marie-Louise )


Ze beeft voor onweer en
dieven in de nacht en 's morgens
doet ze dat voor bosduifjes
en wilde katten

ze heeft het altijd koud,
of warm
en ze vertrouwt geen vreemde arm
want het is moeilijk evenwicht te houden
en ze wankelt
op alle vlakken

sleept zich starend
door het slopende
en slaapt
in het gapen van de dag

wil geen kruimels morsen
want in haar betoverde kamer
huizen muizen
en een vlieg wordt rat-gelijk

ik zie haar nissen niet,
ik zie het aan
ik kijk.

Janne

Wijzing ( voor Georges )


Het woord viel
op een ordinaire woensdagmiddag
bij de koffie

jij glimlachte
dat ik voortaan je dienster zou zijn
met witte schort

en ik zag mezelf in zwarte rok
en tranen, half april
tussen bloemen
op jouw erf, waar onkruid woekert
als carcinomen

je stem
nevelig als een zomermorgen
beloofde

Janne

Natuurgetrouw ( voor Georges )

Spinnen weven grote webben
rozen schieten
het gras groeit uit zijn voegen
er ligt een kater op de loer

en de zwaluw die elk jaar weer
zijn nest bouwt bij de schuur
vliegt af en aan

ik schrijf jouw naam op berkenschors
zomaar, om erbij te horen

Janne

Als dichter ( voor Georges )

Ik kijk hem aan en realiseer me dat hij me met steeds minder woorden, steeds meer raakt. Hij is niet gekomen om te blijven, zegt hij. En alsof ik hem niet zou begrijpen voegt hij daar in zijn streektaal aan toe dat hij dichter komt. Wat ik dan weer opzettelijk verkeerd vertaal, omdat het juist zo goed in mijn kraam past.

Er blijft nog maar weinig over van de man die ik twee jaar geleden voor het eerst ontmoette. Aanvankelijk begroette hij me met een vaag gemompel waar ik niet uit op kon maken of ik welkom was. En opgelucht en op alleenzaamheid gesteld nam hij op dezelfde manier afscheid.Ik weet niet meer hoe ik die eerste glimlach verdiende of wanneer hij voor het eerst zei dat hij blij was met mijn komst. Maar ik vergeet nooit hoe hij me op een dag stond uit te wuiven en ik dat in mijn achteruitkijkspiegel zag.

Later kwam hij in de keuken zitten terwijl ik daar bezig was, staarde uit het raam over de akkers en probeerde de stilte te breken door me te wijzen op een vogel die voorbijkwam, op een wolk of op de reflectie van het zonlicht in de verte. Ik praatte enthousiast mee tot de volgende stilte viel.Ik las de pijn op zijn gezicht, zag hoe eenvoudige dingen hem steeds meer moeite kostten en hoe hij dat voor me wilde verbergen.
Er brak een tijd aan van fijne gesprekken, eerst over "de oude tijd " en al gauw over zijn eigen verleden. En plots, alsof ik genoeg wist, werd het weer stil.Hij staarde in het niets toen, zijn blik van het raam afgewend, zijn ogen vochtig en soms schrok hij als ik door de kamer liep omdat hij vergat dat ik er was. Hij werd mager en bleek en ieder eenvoudig woord dat hij sprak kwam recht uit zijn hart.

Hij komt van ver, zegt hij, en is bijna ter bestemming nu. Ik benijd hem haast om die ondertoon van vreugde en verwachting als hij herhaalt dat hij dichter komt. Ik kijk hem nog steeds aan en zeg dat hij spreekt als een dichter en dat ik dat ook wil kunnen.

Janne

Voor Esther




Goedemorgen zong je altijd en zonder twijfel
was ik welkom en was de koffie klaar
soms was er niets om over te praten
en verzonnen we iets 

( ik bracht een rolstoel voor je mee
en we gingen wandelen en je zag jezelf al rollen
in de gracht of we gingen naar zee en je raakte vast in het zand
en toen zwommen we helemaal naar Engeland )

'Opgelet reizigers spoor acht ! ' riep ik met mijn mond
aan het karton van een lege keukenrol.
 ' De trein met bestemming bloemendaal
 komt zometeen aan. '

Je zei dat het een boemeltrein was die zou stoppen
in de keuken, aan de achterdeur en in het grasperk
waar ik bij mooi weer een stoel voor je neerplantte
en dat je eersteklas zou reizen en champagne drinken
uit een waterglas, of omgekeerd .

En soms, de laatste tijd steeds vaker, sprak je
van een reis die je zou maken, je wist nog niet wanneer
maar je ging alleen dit keer. Je zou er oude vrienden zien
misschien. Het deed wat zeer als je dat zo zei
en dat reizen in je kleren zat, in je benen
en in je hart.

Janne ©









Spiegel




Langs mijn kant van de spiegel
strijk ik de nacht uit mijn haren
ik verdoem je niet
dans op melancholie
en zie jouw glimlach
door de spiegel heen
terwijl zij in jouw gedachten
het schuim over je lichaam
verdeelt
ijdelheid streelt
en mij verbeeldt
als waterdamp
in druppels
aan jouw spiegelkant

Janne                                                          

donderdag 14 november 2013

Naar Ovidius

Mijn verloren strijd

Nu de nacht gevallen is en jij de vreemde in jezelf niet ziet
kan ik alleen de tijd misleiden en troost mezelf
met woorden die niemand aan moet horen

Ik doe dit tot de dag weer aangebroken is en alles waar ik om jammer
in een ander licht verschijnt.
De doden, mijn schaarse vrienden, mijn medemensen,
mijn geliefde, ze treuren niet om mij op dezelfde manier

Ik leef en hou me op met vermeende prozaïsche pogingen.
Mijn vlammenvoer, het wapen waarmee ik tijd en elk gebeuren vanuit mijn schijnbaar dode hoek bestrijd.

Maar toch ben ik gevoelig, opgejaagd en opgewonden door de kleinste kleinigheid
Ik kom bij elke val ten val. Maar ik sta op en sleep me tot de achtergrond.
Bitter eerst nog, maar door mijn aard zo licht ontvlambaar, alweer verstrikt in bagatellen. Brandend van verlangen om waar te maken al wat uitgesloten is.

Nu de nacht verslagen is en ik beklemd de dag begin
ben jij, mijn synoniem voor eenzaamheid, nog altijd zonderling en blind
en ik, halfgaar, lees in de woorden die ik schrijf het falen, het verliezen van de tijd.

Janne

woensdag 13 november 2013

Eenzaamheid






Ze kan woeden als een storm
bij het afscheid van een zomer
scheuren als de wind,
vallen als de regen,
ze kan je klare kijk ontnemen
en als het land in zicht komt,
uren breken
in eindeloze stromen
lam
en lomer dan de nachten
die zich enkel onderscheiden
door de gaten waar je in valt,
je overslaande hart,
de onrust in je benen,
de stappen in je hoofd.
Weg van hier, weg van haar,
weg van hier,...

Janne

zondag 10 november 2013

Dichtgemaakt

Ze luistert naar een merel op het kerkhof
maar kan zijn zingen niet vertalen
waar zou ze de woorden kunnen halen
die onwaarschijnlijk onder stof geborgen
voor leugen in haar waarheid zorgen

ze ziet geen bomen in het bos
waar namen hartomkaderd staan gekorven
ze heeft naar haar gevoel het hele land
al afgezworven en nodeloos gezocht
naar groener gras en zachter mos en valse rust
judast er op los

misschien spoelt er een boodschap in een fles
vanuit de blauwe golven aan is dat de reden
of uit de zee zich niet in storm of kan
of wil ze niet verstaan hoe alles recht
en zij krom gebogen, blind en doof
elk teken slecht


Janne ©

zaterdag 9 november 2013

Woorden

Ik weet niet of er woorden zijn
voor het lied dat mij beweegt
als jij je ogen sluit en daarbij
nauwelijks hoorbaar zucht

Maar ik dan alleen met mijn gitaar
tonen aansla die tastbaar maken
wat we nu niet kunnen zeggen

verdrijft dat beeld de muizenissen
En geeft een zoete smaak aan woorden die we missen.

Janne

Ruimte

Ik ben van ver
en haast niet meer
dan wat aanwezig tussen lijnen
die je denkt of leest of schrijft of zegt
niet echt

vanavond word ik afgelegd
met bloemen en in wit gewaad
waait mijn naam over de straat

jij bent bij me weet ik
en dat het enkel daarom gaat
en over afstand die berekend is in tijd
zwaartekracht, gewichtloosheid

Janne ©

Op de muur tekenen

Op de muur tekenen
vier streepjes naast elkaar en één er dwars doorheen
om de tel niet kwijt te raken

de tijd, strak en afgemeten
vergelijken met druppels, uit een lekkende kraan
al is dat alleen maar een gevoel

het blonde meisje schudt haar hoofd...

ik teken er dus een paard bij,
een eenhoorn die over de hekjes springt,
een bron en een leeuw in een kooi

ze vindt me nog altijd gek,
alleen op een andere manier.

Janne

Zo'n dorp



Ik dacht aan zo'n dorp met een spoor van soldaten
met bossen en velden en donkere gaten
waar je je altijd verbergen kon
en waar 's morgens de mensen uit kwamen
gelokt door de klok van een kerk in de zon

Bij het woord ' zee 'dacht ik slechts aan haven
aan vissers en boten en vuile cafés
Aan vrouwen die altijd eenzaam waren
aan kinderen, wezen, hoeren en haaien
Aan de wind die er woei, het water in bloei
en het licht in een toren dat spookte en draaide

dat ik ooit van een man zou houden
uit zo'n dorp niet ver van de zee
waar nooit iets gebeurt waar je over kunt schrijven
waar de tijd blijft staan en levens vergaan
en waar je als vreemde nooit voeling kunt krijgen,
geen vaste voet en zeker geen naam.


© Janne

Kind dat in de plassen springt




Het is een kind van uitersten
dat soms zo ver verloren lijkt
-in wind-of wolken-
maar mateloos aanwezig is
en alle moed tot wanhoop drijft

je houdt het beter van de straat
of bij de hand in steden
het is zo’n kind dat vlug verdwaalt
een kind van alle wegen

dat roekeloos en onbevreesd
al jong heeft leren zwemmen
als de bliksem in kan slaan
en olifanten temmen

dat onbeschut bij regenweer
in de grootste plassen springt,
zingt en zich verwondert

je zo zwijgend aan kan kijken
dat er niets meer overblijft
waarin het niet op jou zou lijken

Janne©

Onder voorbehoud

Niemand heeft mij opgemerkt in de winkelstraat,
op de grote markt of bij het station
niemand vroeg naar de weg of de tijd
en over het weer is al zoveel gepraat
door mannen en vrouwen die niet weten wat gezegd

ik vraag me zelden af wie achter de deuren woont
van huizen waar ik voorbij kom,
waar een auto heenrijdt of wat men van me zal denken
als ik met ongepoetste schoenen naar de bakker ga

ik weet dat de postbode alleen rekeningen brengt,
dat de telefoon niet rinkelt,
dat er niemand op bezoek komt
en dat het goed is om een tuin te hebben in de zomer

op de kast staat een foto van iemand die ik dacht te kennen
Ik heb ook een spiegel waarin de zon
mijn eerste grijze haren zilver schijnt
en een tv die nooit aanstaat.

Ik zou een papegaai willen hebben
en hem alle mooie woorden leren
die mensen onder voorbehoud tegen elkaar kunnen zeggen

Janne


Speling



Speling

Soms hunker ik
naar de eerste zonnestraal die binnenvalt
op een perfecte zomerochtend

zo'n dag waarop jij me vraagt
of ik wel eens naar de wolken kijk
en daar dingen herken of dieren
met ogen en een mond

ik zeg dat ik er bergen zie
of landschappen die misschien wel echt bestaan

ik vertel je niet over de schaduw
die me 's avonds grijnzend aankijkt
als de maan naar binnen schijnt
of als het licht brandt op de gang

hoe de schemering vaak angst aanjaagt
en schijn achteloos het beeld vertekent
levensgroot in de ruimte
tussen ons


Janne ©

vrijdag 8 november 2013

Ik

Ik ben vertrouwd met elke wind
tegen elke storm bestand
ik ben nog steeds dat 'buitenkind'
tussen wal en kant.